De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
|||
|
|||
Ons kenmerk |
Inlichtingen bij |
Doorkiesnummer |
Den Haag |
OHW-U-2782806 |
|
|
|
Onderwerp |
Bijlage(n) |
Uw brief |
|
Indisch Herinneringscentrum |
|
|
|
|
|
Hierbij informeren wij u over de stand van zaken rond
de oprichting van een Indisch
Herinneringscentrum. Eerst schetsen wij kort de
voorgeschiedenis, daarna gaan wij in op
de actuele ontwikkelingen.
In de zomer van 2006 heeft de staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de subsidie aan de Stichting Het
Indisch Huis (HIH) moeten stopzetten, ten gevolge van een ernstige financile
problematiek. Ik verwijs u naar mijn brief van
11 september 2006 (OHW-U-2711092). Dit had
vanzelfsprekend verregaande gevolgen voor de mogelijkheden om het Indische
gedachtegoed te presenteren, waaronder de educatieve projecten.
Het ministerie van VWS heeft daarop een onderzoek
laten instellen door het bureau Boer & Croon naar het draagvlak en de
haalbaarheid van een alternatief voor het HIH. Ook het
Indisch Platform (IP) heeft expliciet gevraagd om de
verschillende mogelijkheden van een Indisch Herinneringscentrum nader te
onderzoeken. Volgens het IP zouden herinnering en educatie daarbij centraal
moeten staan en zou het niet zozeer het karakter van een cultureel centrum
moeten krijgen. Het IP gaf als accenten aan: aandacht voor de Japanse bezetting
en de Bersiapperiode, de repatriring en de integratie binnen de Nederlandse
samenleving. Deze lijn past in het voorlichtingsbeleid van het ministerie van
VWS om meer aandacht voor de herinnering aan de oorlog in Nederlands-Indi te
genereren. In het Nationaal vrijheids-onderzoek 2007 van het Nationaal Comit 4
en 5 mei zijn vragen gesteld naar de kennis over de oorlog in Nederlands-Indi.
Het blijkt dat slechts 50% van de Nederlandse bevolking op de hoogte is van de
oorzaak en de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog (WO II) in Azi. Voor het
geven van betekenis aan de herinnering aan WO II is het van groot belang dat wordt
onderstreept dat het om een wereldoorlog ging, die ook in het Verre Oosten
nadrukkelijk zijn sporen heeft nagelaten.
In het onderzoek van bureau Boer & Croon staan de
door een Indisch Herinneringscentrum te vervullen functies centraal. Het gaat
dan om functies waarin niet of onvoldoende wordt voorzien door andere Indische
organisaties. Er is met een groot aantal betrokkenen en organisaties gesproken,
om een helder beeld te krijgen van de gedeelde uitgangspunten voor het
herinneringscentrum. Gekozen is voor een brede invalshoek: de kennismaking door
een groot publiek - en vooral ook nieuwe generaties - met de Japanse bezetting
en de Bersiap-periode in Nederlands-Indi gedurende de jaren 1941-1949, met
ruime aandacht voor de voorgeschiedenis en de latere gevolgen. Daarnaast zal
het centrum uiteraard een functie krijgen voor de Indische gemeenschap zelf:
ontmoeten, delen en herdenken. Kern van het herinneringscentrum zal zijn een
heldere semi-vaste presentatie van Ôhet Indische verhaalÕ, aangevuld met activiteiten
op het terrein van educatie en lezingen en met wisselexposities. Van belang is
hier ook de conclusie van de onderzoekers dat er veel materiaal op het terrein
van Nederlands-Indi niet goed toegankelijk is. Het Indisch Herinneringscentrum
zal bij de ontsluiting en presentatie van dit materiaal een grote rol moeten
gaan spelen, via samenwerkingsverbanden met bestaande organisaties en
doelgroepen. Ik kan mij vinden in de aanbevelingen van het onderzoek. Er lijkt
al met al een duidelijke rol weggelegd voor een Indisch Herinneringscentrum dat
zich profileert als netwerkorganisatie langs de bovengeschetste inhoudelijke
lijnen.
Ook de mogelijke locatie van het herinneringscentrum
is in het onderzoek meegenomen. Er is een aantal locaties nader verkend, te
weten Den Haag, Amsterdam, Utrecht en Arnhem. Uiteindelijk bleek dat de locatie
landgoed Bronbeek (Arnhem) de beste mogelijkheden biedt. Het landgoed Bronbeek
heeft een duidelijk Indisch karakter, met op dit moment al circa 20.000
bezoekers per jaar. Door de verbinding van de semi-permanente presentatie van
het Indisch Herinneringscentrum met die van het bestaande museum Bronbeek zal
een grote meerwaarde kunnen worden gecreerd. Er is op het landgoed een
uitstekend geoutilleerd activiteitencentrum aanwezig (Kumpulan). De
toegankelijkheid van het landgoed is uitstekend, zodat ook bijvoorbeeld bussen
met scholieren er goed terecht kunnen. De ministeries van VWS, Defensie en van
VROM (Rijksgebouwendienst), de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland en het
Indisch Herinneringscentrum zullen zich door middel van een convenant verbinden
om een visie te ontwikkelen zodat ook in de toekomst het landgoed haar Indisch
karakter kan behouden.
Ondergetekenden zien het als hun gezamenlijke verantwoordelijkheid
om een maximale
synergie te organiseren tussen het nieuwe
herinneringscentrum en de bestaande functies op het landgoed. Activiteiten op
het terrein van presentatie, herinnering en educatie zullen in de toekomst gaan
plaatsvinden in nauwe onderlinge afstemming tussen het herinneringcentrum en
het museum Bronbeek; het zoveel mogelijk integreren van de verschillende
invalshoeken vormt daarbij het uitgangspunt. Het ministerie van Defensie zal
het algemene beheer van het landgoed, van het verzorgingshuis en van het museum
op zich blijven nemen. Met het eerdergenoemde bestuurlijke convenant wordt een
platform gecreerd dat zich zoals gezegd zal bezighouden met het bredere
vraagstuk, op welke wijze het Indische karakter van het landgoed Bronbeek ook
in de toekomst kan worden veiliggesteld.
Binnen de Indische gemeenschap zijn de meningen
evenwel verdeeld over de locatie; vooral in relatie tot Den Haag als mogelijke
vestigingsstad bestaan er sterke emoties. Gebleken is dat bij de jongeren dit
gevoel veel minder speelt.
Inmiddels is duidelijk geworden dat er binnen de
hierboven geschetste visie en op de gekozen locatie draagvlak is om een Indisch
Herinneringscentrum vorm te geven. Wij zijn blij dat zich een bestuur voor de
nieuwe stichting heeft aangediend, dat de uitdaging wil aangaan om op deze
basis de aandacht voor de Indische gemeenschap en de Indische geschiedenis te
versterken.
Over de verhouding tussen het Indisch
Herinneringscentrum en de andere onderdelen van het landgoed Bronbeek zijn
afspraken gemaakt tussen onze beide ministeries. Deze afspraken zullen in een
separate overeenkomst tussen beide ministeries en het herinneringscentrum
worden vastgelegd. VWS zal aan de nieuwe stichting een jaarlijkse
instellingssubsidie verstrekken. Tevens zal het ministerie van VWS aan de
stichting op basis van uitgewerkte plannen een bedrag van maximaal Û 1,0
miljoen ter beschikking stellen voor het inrichten van de presentatie. Ten
slotte meld ik u dat binnen het programma Erfgoed van de Oorlog van VWS een apart
traject loopt met betrekking tot de ontsluiting van de collecties en archieven
van Indische instellingen. Dit project zal na de afronding (eind 2008) worden
overgedragen aan het nieuwe Indisch Herinneringscentrum.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
De Staatssecretaris van Defensie,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J.
Bussemaker
de heer C. van der Knaap