WMO-presentatie op  dinsdag 3 maart 2009

Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer: door gastheer en Raadslid Dick Praamstra en organisatie bureau Primo NH

 

De WMO gaat o.a. over de participatie van burgers. Een presentatie over organisatievorming.

Voorbereiding planvorming door het college. Er zijn 4 modellen WMO-adviesraad.

 

1, smalle formule: 7 leden, burgers/zorgvragers + onafhankelijke voorzitter en secretaris

2. brede formule: per veld 1 vertegenwoordiger,  meer leden (gebiedsoverstijgend denken!)

3. schijvenformule; kerngroep met 2 schijven eromheen (vrijwilligers/semiprofessionals)

4. functioneel model = platform + adviescommissie(s)

 

De Centrale Stad behandelt in de AWBZ de individuele voorzieningen, de stadsdelen de collectieve voorzieningen  Het te kiezen WMO-model krijgt ondersteuning door ambtenaren of externe deskundigen (onafhankelijk). Aan elk model kleven voor- en nadelen.

 

De vergaderingen van model 1 en 2 zijn niet openbaar, die van het laatste (functionele) model wel met adviesmogelijkheid van OAR etc.

De heer Van Randen vraagt zich af of de democratische inbreng van de burger niet in gevaar komt wanneer er in het geheim wordt besloten. Mensen maken eigen keuzes, de Raad moet goed beleid mogelijk maken. Ook vanuit de zaal wordt geroepen: “Wij zijn de waakhonden van het beleid!” De raad heeft primair de taak burgers te beschermen tegen o.a. deelbelangen.

 

Een andere vraag betreft wat er gaat gebeuren als de stadsdelen worden samengevoegd.

De Raad is afspiegeling van de bevolking – representatie van de bevolkingsgroepen blijft.

Heel veel groepen hebben zich goed georganiseerd, maar sommige zijn wat zwakker: vrijwilligers en mantelzorgers bijvoorbeeld.Op de vraag uit hoeveel personen een WMO-adviesraad zou moeten bestaan, antwoordt de spreker dat een aantal van 5 minimaal is.

Hij raadt aan om klein te beginnen en dan naar behoefte uit te breiden. Aan ieder model kleven ook bezwaren zoals werkdruk, tijdverlies door gebrekkige communicatie.

Cor van Drongelen, al jaren betrokken bij mensen met problemen/beperkingen, o.a. voorzitter Klankbord WMO Centrale stad: “Kwetsbare mensen kunnen vaak wel goed voor zichzelf zorgen!”Zij voert de WMO-raad in Z.O. en Noord aan als stadsdelen waar juist deze vorm van zorg goed geregeld is. Maar ze vraagt zich af of we nu, gezien de samenvoeging van stadsdelen in zeer nabije toekomst, wel geld moeten uitgeven aan zaken die later weer veranderd moeten worden. Geen geld verkwisten!

Dit roept weer reacties uit van leden van de Raad en DB: de werkzaamheden zijn in gang gezet; voorzieningen moeten worden uitgevoerd en afgerond want bij een fusie moeten wij onze zaak in orde hebben. De Bood wijst erop dat steeds meer taken op lokaal niveau spelen daarom wil het DB doorgaan met het uitvoeren op dit niveau, zelfs op wijkniveau.

Mevrouw Van Alphen (OAR): WMO was tot nu toe minder werkbaar, we zien wel welke ‘beren’ we nog tegenkomen.

Hans…. herhaalt dat het Functionele Platform hem het meest succesvol lijkt, eenvoudig, plus de 4 M’s: meeweten/meedenken, meepraten, meedoen met een onafhankelijke voorzitter en secretaris. Er komt een vraag over het zichtbaar maken van de verschillende groeperingen. De WMO-Raad moet gevoed worden door de burgers en het Platform, daarbij rekening houdend met de mogelijkheden/beperkingen! Goede communicatie in kleine groepjes. Zijn advies is om daarbij geen ambtelijke taal te gebruiken maar de taal van de burgers. “ Bedenk daarbij aan wie u adviseert , aan de Raad of aan het DB”

 

Hedda van Rozelaar