Frans Theuns
Observaties op Bali, januari 2005
Een doodgeslagen vlieg ligt duidelijk zichtbaar op de witte tegelvloer van het terras. Na enige tijd komen er hele kleine miertjes. Eerst een dan een aantal. Plotseling beweegt de dode vlieg. Het wordt door de miertjes naar de kamerkant gedragen. Op zich al een geweldige prestatie want ik schat dat de vlieg wel 10 keer zo groot is als de miertjes. Aan de kamerkant is echter absoluut geen ruimte om de vlieg in weg te stoppen. De volgende morgen blijkt dat de miertjes daar ook achter zijn gekomen want het lijkje is weer 4 tegels teruggesleept. Tot het door de schoonmakers
wordt weggeveegd.
Op het strand lopen talloze kleine krabbetjes. Als er iemand langs loopt vluchten ze weg. Ze gaan richting land in plaats van richting zee en proberen zich zo snel mogelijk in te graven. Bergjes zand met een gaatje in het midden vertelt nauwkeurig waar ze zitten. In het water zijn ze onzichtbaar want hun schelp heeft dezelfde kleur als het water.
Een lege kokosnoot drijft in de branding. Door de golven wordt hij steeds weer naar de kust gedreven en soms ligt de noot inderdaad even stil op het zand. Maar dan komt er weer een golf en wordt de noot weer de zee mee ingenomen waarna het spel zich herhaalt tot in het oneindige.
Met oneindig veel liefde, geduld en vakmanschap worden er prachtige beelden gemaakt en met deze beelden tempels. Bali wordt niet voor niets “Het eiland met de duizend tempels” genoemd. Na verloop van tijd komt het “weer” er in en langzaam vervagen de vormen tot er uiteindelijk niets meer van overblijft.
Zelfs dit verhaal, met veel inspanning en moeilijk werk neergeschreven, wordt waarschijnlijk door niemand gelezen en indien het wel gelezen wordt is het na een uur alweer vergeten.
Zinloos? Spel? Illusie? Ik weet het niet. Wat drijft mij er toe om deze mijmering aan het papier toe te vertrouwen? IJdelheid? Ach nee. Wie zal het lezen? Zinloos dus?
Spel? Ja enigszins, proberen wat je opmerkt in woorden te vangen is spel.
Illusie? Het zijn observaties die ik heb gedaan. Voor mij dus realiteit.
Maar de achterliggende gedachte blijft. Waarom, Waartoe?
Frans Theuns